Wat zijn printertalen en waarom zijn er zoveel?
Printertalen (ook wel printer control languages of page description languages genoemd) zijn instructies die aan een printer worden gegeven om te vertellen wat en hoe er moet worden afgedrukt. In de datasheets van grootformaat printers (zoals plotters en breedformaat inkjetprinters) van Canon, HP en Epson staat vaak een lijst met ondersteunde printertalen. Dit komt doordat verschillende soorten printtaken en historische ontwikkelingen geleid hebben tot meerdere talen. Sommige talen zijn ontwikkeld voor lijntekeningen (vectorgraphics), andere voor foto’s (rasterafbeeldingen), en weer andere voor complete pagina’s met tekst en grafiek. Hieronder leggen we in begrijpelijke taal de belangrijkste printertalen uit die in de afgelopen 25 jaar door HP, Canon en Epson grootformaat printers zijn gebruikt, en hoe ze zich hebben ontwikkeld.
HP-GL/2 – Hewlett-Packard Graphics Language (Vector)
HP-GL/2 is een printertaal van HP die speciaal is ontworpen voor het afdrukken van vectorafbeeldingen (lijnen en vormen). Het is de opvolger van de oorspronkelijke HP-GL taal uit de penplotter-tijd (jaren ‘70 en ‘80). HP-GL/2 werd in de late jaren ‘80 geïntroduceerd als verbeterde versie en is sindsdien een standaardtaal voor technische tekeningen en CAD-prints. In tegenstelling tot klassieke HP-GL (gericht op penplotters), ondersteunt HP-GL/2 functies voor moderne “raster” plotters: zo kunnen lijngewichten worden ingesteld, bestanden compacter worden gemaakt door binaire codering, en kleuren en vulling met patronen worden gebruikt. Dit betekent dat complexe lijntekeningen efficiënt naar de printer gestuurd kunnen worden zonder enorme bestanden.
HP-GL/2 wordt vooral gebruikt voor prints zoals bouwtekeningen, plattegronden en grafieken, waar precisie belangrijk is. Een HP-GL/2-bestand beschrijft een tekening via coördinaten en tekenopdrachten (bijv. “trek lijn van punt A naar B”). Grootformaat printers (zoals HP DesignJet en ook Canon/Epson plotters) begrijpen deze taal rechtstreeks. Modernere HP-GL/2-implementaties kunnen bovendien schakelen naar rastermodus (HP-RTL, zie hieronder) voor het invoegen van beeldmateriaal binnen een tekening. Hierdoor kan één document zowel scherpe lijnen (vector) als ingesloten afbeeldingen bevatten. HP-GL/2 is dus ideaal voor technische lijntekeningen en wordt nog steeds breed ondersteund voor CAD-toepassingen. Veel nieuwere printers van Canon en Epson hebben HP-GL/2-compatibiliteit ingebouwd, zodat ze oude .plt-bestanden (HP-GL/2 plotbestanden) en CAD-uitvoer kunnen afhandelen, net zoals HP’s eigen machines dat kunnen.
HP RTL – Raster Transfer Language (Raster)
HP RTL (Hewlett-Packard Raster Transfer Language) is een taal die voornamelijk wordt gebruikt voor bitmap-afbeeldingen (rastergraphics). HP RTL is oorspronkelijk door HP ontwikkeld als aanvulling op HP-GL/2, om foto’s en andere gevuld-in beeldinformatie efficiënt naar de printer te sturen. Waar HP-GL/2 gaat over lijnen en vormen, gaat HP RTL over pixels. Denk aan gescande afbeeldingen, foto’s of gevulde vlakken in een CAD-tekening. HP RTL gebruikt compressie en is in feite een subset van HP’s PCL-taal, speciaal gericht op rasterdata.
In de praktijk wisselt een grootformaat printer vaak tussen HP-GL/2 en HP RTL binnen één printopdracht: de lijnen en tekst worden met HP-GL/2 beschreven, terwijl ingesloten afbeeldingen of schaduwvlakken in HP RTL worden meegegeven. Dit zorgt voor snelle verwerking, want de afbeeldingsdata – die erg groot kan zijn – wordt gecomprimeerd verstuurd en pas in de printer uitgelezen. HP RTL is dus geen op zichzelf staande pagina-beschrijvingstaal, maar een grafische subtaal voor rasterbeelden die samen met HP-GL/2 gebruikt wordt. Ook Canon en Epson ondersteunen doorgaans HP RTL, zodat hun grootformaat printers fotobeelden of bijvoorbeeld GIS-kaarten (satellietfoto’s) kunnen printen die met HP’s drivers of CAD-software zijn gegenereerd. In specificaties wordt HP RTL soms aangeduid als onderdeel van HP-GL/2 ondersteuning (bijv. “HP-GL/2, inclusief HP RTL”). Samengevat is HP RTL de “beeldtaal” die grote bitmap-plaatjes behapbaar maakt voor de printer.
PCL (Printer Command Language – door HP)
PCL staat voor Printer Command Language en is ontwikkeld door HP in 1984 voor hun eerste inkjet- en laserprinters. PCL is uitgegroeid tot een de-facto standaard printertaal voor veel laser- en inkjetprinters. Het is een paginalay-out-taal die in tekst- en eenvoudige grafische prints voorziet. Voor grootformaat printers is met name PCL 3 en varianten daarvan relevant. Zo gebruiken HP DesignJet printers bijvoorbeeld PCL 3GUI, een versie van PCL 3 die geoptimaliseerd is voor grafische inkjet-uitvoer in kleur. PCL 3GUI comprimeert rasterdata sterk om efficiënter te printen en is niet compatibel met de standaard PCL 3-sequenties. Dit was nodig om de grotere kleurvlakken en afbeeldingen van grote inkjets aan te kunnen.
In de praktijk wordt PCL vaak gebruikt voor tekst en basisafbeeldingen. Het is minder complex dan PostScript (zie verderop), maar heeft als voordeel dat het zeer snel kan verwerken en breed ondersteund wordt door besturingssystemen. Een nadeel is dat PCL-device afhankelijk is: het uiteindelijke resultaat kan per printermodel iets verschillen, vooral bij grafische elementen. In grootformaat printing zien we PCL hoofdzakelijk terug bij HP (hun DesignJets), maar ook Canon’s eigen taal is gedeeltelijk op een PCL-kern gebaseerd. Epson gebruikte PCL niet voor hun grootformaat printers, maar sommige Epson-printers kunnen wel via een universele PCL-driver worden aangesproken. Samengevat is PCL een snelle, algemeen toepasbare printertaal – goed voor kantoorprints en CAD-lijntekeningen – maar voor zeer complexe grafica of precieze kleurmatching is PCL minder geschikt dan bijvoorbeeld PostScript.
Adobe PostScript (PS)
PostScript (PS) is een printertaal en volledig pagina-beschrijvingstaal ontwikkeld door Adobe in de jaren ‘80. Het werd al snel de standaard in grafische omgevingen en professionele printers vanwege de hoge kwaliteit en consistente weergave op verschillende apparaten. PostScript beschrijft een pagina in vectorvorm (voor tekst en vormen) maar kan ook rasterelementen bevatten, en wordt door de printer zelf geïnterpreteerd. Een belangrijk kenmerk is dat PostScript device-independent is: een PS-bestand zal op elke PostScript-printer nagenoeg hetzelfde resultaat opleveren. Dit maakt het erg betrouwbaar voor drukwerk, DTP en grafisch ontwerp, waar kleurconsistentie en precisie cruciaal zijn.
In grootformaat printers van HP, Canon en Epson was PostScript vaak een optionele toevoeging (bijv. een model met “PS kit” of een duurdere uitvoering) omdat Adobe-licenties vereist waren voor de PostScript-interpreter. HP DesignJets boden bijvoorbeeld PostScript-ondersteuning als optie of in speciale modellen, wat het rechtstreeks printen van complexe PDF’s en PostScript-bestanden mogelijk maakte. Canon en Epson boden PostScript vaak via externe RIP-software of in hogere modellen aan. Met PostScript kan de printer complexe elementen (speciale fonts, vector-logo’s, transparanties, etc.) betrouwbaar afdrukken. Het nadeel is dat PS-bestanden vaak groter en complexer zijn om te verwerken, wat een krachtige printercontroller vereist en soms iets tragere verwerking dan PCL geeft. Toch hebben PostScript-gebaseerde workflows lange tijd gedomineerd in de professionele printmarkt dankzij de kwaliteit en flexibiliteit. Samengevat: PostScript is de aangewezen taal voor hoogwaardige grafische prints en desktop publishing, ook in grootformaat, vanwege de consistente uitvoer en ondersteuning van complexe grafische elementen.
PDF (Portable Document Format)
Hoewel PDF (ontwikkeld door Adobe) vooral bekendstaat als documentformaat, is het tevens een pagina beschrijvende taal (gebaseerd op PostScript) en wordt het door moderne printers vaak direct ondersteund als “printertaal”. In de afgelopen 25 jaar is PDF uitgegroeid tot de standaard voor uitwisseling van printklare documenten. Grootformaat printers met PostScript-ondersteuning kunnen meestal ook PDF’s direct printen, aangezien PDF intern de pagina beschrijft vergelijkbaar met PostScript, maar dan in een compacter en gereviseerd formaat. Adobe PDF 1.7 of hoger wordt in specificaties genoemd als ondersteund formaat – dit betekent dat je bijvoorbeeld een bouwtekening of poster in PDF-formaat rechtstreeks naar de printer kunt sturen zonder drivers die het eerst naar HP-GL/2 of PCL vertalen.
Het voordeel van PDF als “printertaal” is dat het platformonafhankelijk is en de opmaak exact behouden blijft. In workflows zie je dat printopdrachten steeds vaker als PDF’s worden aangeleverd (denk aan digitale aanlevering in drukkerijen of printshops). HP’s nieuwere modellen en software (zoals HP Click) richten zich ook op direct PDF printen. Samengevat: PDF is geen klassieke printertaal in de zin van eenvoudige commando’s, maar wel een volwaardige paginabeschrijvingstaal die tegenwoordig breed ondersteund wordt in printers. Dit sluit aan bij de trend dat printers “slimmer” worden en complexe bestanden intern kunnen renderen, iets wat 25 jaar geleden nog voornamelijk door de computer gebeurde.
Epson ESC/P en ESC/P-R – Epson printertalen
ESC/P staat voor Epson Standard Code for Printers en is een klassiek printercommando-taal door Epson, oorspronkelijk uit 1980 voor hun matrixprinters. ESC/P gebruikte eenvoudige tekstcommando’s (vaak begonnen met een ESCAPE-karakter) om dingen als lettertype, bold aan/uit, etc. te regelen. Later kwam ESC/P2, een uitbreiding die ook schaalbare lettertypen en basis grafische functies toevoegde, en achterwaarts compatibel bleef met ESC/P. Deze talen waren erg populair in de jaren ‘80 en ‘90 voor dot-matrix en vroege inkjetprinters.
Voor grootformaat printers (met name Epson’s Stylus Pro en SureColor series) is de relevante variant ESC/P-R (ook wel gewoon Epson Raster genoemd). Dit is Epson’s moderne rastertaal voor hun inkjetprinters, waarbij de computer de printdata omzet naar een rasterbeeld dat via ESC/P-R commando’s naar de printer gaat. ESC/P-R is ontworpen voor hoge resolutie kleurenafdrukken en is efficiënter dan de oude ESC/P2 voor dit doel. In specificaties van Epson grootformaat modellen wordt dit aangeduid als “Epson ESC/P Raster” of afgekort ESC/R. Het is in feite een proprietaire Epson-taal die vergelijkbaar is met HP’s PCL3GUI+RTL aanpak: de pagina wordt als raster-instructies verstuurd, eventueel met compressie en Epson-specifieke kleurcontrole.
Moderne Epson grootformaat printers ondersteunen naast ESC/P-R vaak ook HP-GL/2 en HP RTL om CAD-bestanden aan te kunnen. Maar als je bijvoorbeeld vanuit Adobe Photoshop rechtstreeks naar een Epson plotter print, zal de driver ESC/P-R gebruiken. Het is goed om te weten dat ESC/P in de loop der tijd vooral binnen Epson’s eigen ecosysteem is gebleven – andere merken gebruiken deze taal niet. In fact, anno nu gebruiken weinig niet-Epson printers ESC/P of ESC/P2; de meeste industrie is overgestapt op standaardtalen als PCL of PostScript. Toch blijft Epson ESC/P-R van belang voor hun hardware om optimale kwaliteit en snelheid te behalen met eigen drivers.
Canon GARO / Canon SG Raster – Canon’s eigen taal
Canon heeft voor zijn grootformaat printers een eigen printertaal ontwikkeld, genaamd GARO (Graphic Arts language with Raster Operations). Dit deed zijn intrede rond begin 2000. GARO is in wezen gebaseerd op technologie van HP’s talen (PCL3GUI en HP RTL) gecombineerd met Canon’s eigen besturingscommando’s (CPCA). Het is een open raster-architectuur ontworpen om zeer snel printdata te verwerken en optimaal gebruik te maken van Canon’s printengine. In een persbericht uit 2002 omschreef Canon GARO als een taal die steeds de “snelste en meest efficiënte” commando’s kiest en overhead minimaliseert – met andere woorden, een slimme rastertaal voor hoge snelheid en nauwkeurigheid.
In de praktijk zie je in Canon imagePROGRAF specificaties dat GARO ondersteund wordt naast HP-GL/2 en HP RTL. Dit betekent dat de Canon-printer ofwel direct met Canon’s eigen driver (GARO) kan worden aangestuurd, of HPGL/2-data van CAD-software kan begrijpen. Latere Canon modellen spreken niet altijd meer over “GARO” in de handleiding, maar noemen het Canon SG Raster (Swift Graphics Raster). SG Raster is in feite de doorontwikkeling van GARO – volgens Canon gebaseerd op PCL3/RTL plus een nieuwe XML-gebaseerde jobtaal (IVEC). Functioneel voor de eindgebruiker zijn GARO en SG Raster hetzelfde soort taal: de printer ontvangt een raster-georiënteerde paginabeschrijving die geoptimaliseerd is voor snelheid en kwaliteit op Canon’s hardware.
Voor sommige high-end Canon grootformaatprinters is er (net als bij HP/Epson) ook ondersteuning voor Adobe PostScript/PDF via een optionele RIP of module, maar de basisdriverstuurlijn loopt via GARO/SG Raster. Waarom twee talen? Meestal levert Canon zowel een HP-GL/2-compatibele interface (zodat CAD-tekeningen juist uitkomen) als hun eigen GARO-driver voor maximale fotokwaliteit en snelheid. Deze aanpak is vergelijkbaar met Epson’s: één taal voor compatibiliteit, één voor beste prestaties met eigen spoolingsoftware.
Samengevat: Canon’s GARO/SG Raster is een proprietaire taal speciaal voor hun grootformaatprinters, opgebouwd op HP’s PCL/RTL principes maar verfijnd door Canon. Het stelt Canon in staat om zowel technische lijntekeningen als grafische prints efficiënt te verwerken, zonder volledig afhankelijk te zijn van Adobe of HP technologie.
WinPrint voor plotters en grootformaatprinters
WinPrint is geen printertaal of driver, maar de standaard afdrukprocessor van Microsoft Windows. Deze softwarecomponent maakt deel uit van het Windows-printsubsysteem en regelt hoe printopdrachten vanuit applicaties worden verwerkt en doorgestuurd naar printers. Wanneer een gebruiker bijvoorbeeld vanuit AutoCAD, Word of Adobe een bestand afdrukt, verwerkt WinPrint – samen met de geïnstalleerde printerdriver – het document tot een ‘spooled’ opdracht, meestal in het formaat RAW of EMF. WinPrint zelf zet geen bestanden om in een taal als PCL of PostScript, maar transporteert de printdata zoals deze door de driver wordt aangeleverd.
In vrijwel alle moderne Windows-installaties is WinPrint nog steeds actief; het werkt op de achtergrond en wordt zelden expliciet genoemd. Sommige professionele printerdrivers gebruiken hun eigen printprocessor voor extra functies, maar de meeste plotters van Canon, HP en Epson kunnen gewoon overweg met WinPrint. In specificaties of vragen van klanten kan “ondersteunt deze plotter WinPrint?” dus eigenlijk betekenen: “kan deze printer via de standaard Windows-printfunctionaliteit worden aangestuurd?” Het antwoord is vrijwel altijd ja – zolang er een goede Windows-driver beschikbaar is. WinPrint is vooral relevant voor IT-beheerders of gebruikers die met spoolinstellingen werken, maar voor eindgebruikers blijft het onzichtbaar.
Overige formaten in specificaties (CALS, TIFF, JPEG, etc.)
Behalve de hierboven genoemde “echte” printertalen ziet u in specificaties van grootformaat printers soms ook bestandsformaten vermeld als ondersteund “print language” of “print format”. Enkele voorbeelden: TIFF, JPEG en CALS G4. Deze zijn strikt genomen geen commando-talen, maar gestandaardiseerde bestandstypen voor afbeeldingen. Dat ze vermeld worden betekent meestal dat de printer rechtstreeks zo’n bestand kan printen.
- TIFF is een veelgebruikt rasterbeeldformaat (vaak voor gescande tekeningen of posters). Een DesignJet of imagePROGRAF die TIFF als input “taal” ondersteunt, kan een .tiff-file direct printen zonder dat u deze via een software hoeft te openen.
- JPEG is een gecomprimeerd fotoformaat; ondersteuning hiervan duidt erop dat de printer JPEG-bestanden zelf kan uitpakken en afdrukken.
- CALS G4 is een specialistisch zwart-wit rasterformaat (Group 4 compressie) dat veel in technische documentatie van defensie/overheid werd gebruikt. Oudere HP-plotters vermeldden CALS G4 omdat dit bijvoorbeeld blauwdrukken of scans in dat formaat betrof.
Dergelijke vermeldingen zijn handig voor workflows: een architect kan bijvoorbeeld een CALS G4 file van een scan direct naar de printer sturen als die dat ondersteunt. In nieuwe modellen zien we dat dit minder genoemd wordt (PDF heeft veel overgenomen), maar het is goed te weten dat het hier om bestandstypen gaat die de printer intern kan interpreteren, niet om volwaardige printertalen met commando’s.
Evolutie in de laatste 25 jaar
In de afgelopen kwart eeuw is er flink wat veranderd op het gebied van printertalen voor grootformaat printers. Rond 1995-2000 waren vector-talen als HP-GL/2 en eenvoudige rastertalen (PCL3, ESC/P) de norm voor technische en kantoorprints. PostScript was beschikbaar voor wie hoge kwaliteit nodig had, maar vaak als dure optie. De meeste printers hadden beperkte rekenkracht, dus het was efficiënt om veel werk door de software te laten doen (drivers die tekeningen naar HP-GL/2 omzetten, bijvoorbeeld).
Anno 2025 zijn grootformaat printers een stuk krachtiger: processors in printers en voldoende geheugen maken het mogelijk om complexe pagina’s (PDF’s, volle posters) intern te rippen. Daardoor is PDF de feitelijke standaard geworden voor uitwisseling van printtaken – zelfs CAD-software kan tegenwoordig direct naar PDF printen, in plaats van naar HP-GL/2. Printertalen zijn meer uniform: veel grootformaat printers ondersteunen nu meerdere talen tegelijk voor compatibiliteit. Zo kan één apparaat HP-GL/2 aan voor oude CAD-bestanden, ESC/P-R voor optimale Epson-driver output, én PostScript/PDF voor grafische bestanden.
We zien ook dat sommige oudere talen verdwijnen of minder benadrukt worden. Bijvoorbeeld, originele HP-GL (1) is na 2000 nauwelijks nog expliciet vermeld – HP-GL/2 dekt alles en kan zo nodig pen-plot commando’s afhandelen. ESC/P2 is grotendeels vervangen door ESC/P-R in moderne Epsons. CALS G4 en vergelijkbare formaten zijn overvleugeld door PDF/A en TIFF. Aan de andere kant zijn nieuwe talen zoals Microsoft XPS kort verschenen (rond 2006) als concurrent van PDF, maar hebben in grootformaat weinig tractie gekregen en worden zelden in de specs genoemd. Canon’s SG Raster is een doorontwikkeling die onder de motorkap speelt, maar voor de gebruiker weinig verschil maakt – behalve dat de drivers beter zijn geworden.
Convergentie: Uiteindelijk bewegen fabrikanten richting standaardoplossingen. In veel gevallen merk je als gebruiker niet eens meer welke “taal” er gebruikt wordt – de driver of printersoftware kiest automatisch de beste optie (soms heet dit “Auto language select”). Waar men vroeger expliciet een HP-GL/2 plotbestand naar de plotter stuurde, stuurt men nu een PDF en de printer doet de rest. Toch blijft kennis van deze talen relevant, vooral als je met oudere apparaten of specifieke workflow-eisen te maken hebt. Bijvoorbeeld, een gebruiker met een 20 jaar oude HP plotter die alleen HP-GL/2 begrijpt zal zijn nieuwe printer daarop willen aansluiten – gelukkig houden HP, Canon en Epson hier rekening mee door backward compatibility te bieden. En omgekeerd kan een nieuwe printer beter direct een PDF krijgen voor complexe kleurenposters dan te moeten leunen op verouderde talen.
Conclusie
Voor specialisten en geïnteresseerden kan het nuttig zijn de verschillen te kennen tussen al deze printertalen. Kort samengevat: HP-GL/2 is er voor superscherpe lijnen in technische tekeningen, HP RTL voor de foto’s daarbij. PCL is HP’s snelle allrounder voor tekst en simpele graphics (in grootformaat vooral historisch bij HP van belang). PostScript/PDF zijn de zwaargewichten voor complexe, hoogwaardige prints – vandaag de dag onmisbaar in printworkflows. Epson’s ESC/P familie bedient vooral hun eigen apparatuur, met ESC/P-R voor hoge kwaliteit inkjet-afdrukken. Canon’s GARO/SG Raster geeft Canon controle over hun printkwaliteit en snelheid, terwijl ze toch HP-GL/2 ondersteunen voor compatibiliteit.
Hopelijk maakt dit overzicht duidelijk wat al die talen in de specificaties betekenen. Elke taal heeft zijn sterke punten en historisch nut. Voor de meeste gebruikers anno 2025 volstaat het dat de printer de gangbare formaten (PDF, etc.) aankan, maar bij specifieke vragen – bijvoorbeeld “ondersteunt deze nieuwe plotter mijn oude HP-GL/2 files of Epson ESC/P driver?” – kunt u terugvallen op deze uitleg. Zo kunt u met een gerust hart de juiste grootformaat printer kiezen of inzetten, wetende dat deze met de juiste “taal” aangestuurd wordt voor het beste resultaat.
Bronnen: Deze uitleg is gebaseerd op een breed scala aan bronnen, waaronder technische artikelen en officiële documentatie van HP, Canon en Epson, evenals naslagwerken over printertalen. De genoemde jaartallen en feiten zijn ontleend aan de geschiedenis van PDL’s en praktijkervaring in de printindustrie van de afgelopen decennia.